Hargen Sail Enigszins afwezig brengt Juul (Julia) mij mijn cortado. Eric's Landwinkel ruikt heerlijk naar vers brood, Juul naar appelbloesem, en de eerste pagina's van de ochtendkrant naar verschroeid mensenvlees. 'Was laat zeker?' vraag ik. 'Half vijf,' zegt Juul opgewekt. Het is het weekend van Hargen Sail, een tent op het strand van Hargen, afgeladen met zwetende lichamen, electronisch onweer met lichtgebliksem migraine de luxe, een constante donder, bierbuien en chemisch strooigoed om de hossende beat bij te houden. Half zeven ging haar wekker om tijdig met haar zus de ecotoko van haar vroeg gepensioneerde vader op te starten. Ondanks haar nachtelijke escapade ziet Juul er fris en fruitig uit, zoals meisjes van zeventien eruit zien, tot ze eenendertig zijn. Ik was gister ook een avondje uit. (Men kan beter geen kunstenaarsvrienden hebben, dan hoef je hun tentoonstellingen niet te bezoeken, hun boeken niet te lezen of hun muziek te beluisteren, laat staan er iets van te moeten vinden.) Op uitnodiging van Frank B. zat ik met vierentwintig ongebalsemde leeftijdgenoten met de glans uit het haar in de kerkbanken van een remonstrants schuilkerkje te Alkmaar. Frank's muziek was boven verwachting heel mooi. Een wonderschone kruisbestuiving van Westerse jazz en Nepalese restaurantmuzak, waar ik van mijzelf eigenlijk helemaal niet naar mag luisteren! Frank en zijn band presteerden het om het 'melancholieke' mantra waarmee ik van huis was gegaan, van 'kut wereld, klote ouderdom en oh, glorie, alles dempende dood' zowaar even te overstemmen. Het contrast tussen Julia's avondje uit en dat van mij kan niet groter zijn: een uitbottende appeltwijg in een pompende partytent en een beroepstobber in een antieke duiventil. Juli 2025 |