Het is maandagochtend half tien, voedertijd in de aan verbouwing onderhevige kantine van prachtbedrijf The Landrovers waar ik een muurschildering aan het maken ben – een Afrikaanse savanne, het oorspronkelijke biotoop van hun terreinwagens. 'Terreinwagens' die heden ten dage alleen nog kilometers maken tussen oprijlanen en shopping malls, niet langer bespat met antilopenbloed, maar met aan de bumpers gekleefde bejaardenscalpen en kromgebogen kinderfietsjes. Elektrisch gedreven metalen erecties van oliesjeiks en profvoetballers. De geur van houtschaafsel en witkalk in de eetzaal wordt verdrongen door een pestilente mix van Adidas deodorant en de zure afscheiding waartegen het wordt ingezet, als er opeens een man of veertig aan monteurs, spuiters, stoffeerders, accountants, bouwvakkers en ongedocumenteerden als uitgehongerde bavianen binnendendert voor yoghurt, bananen en gebakken eieren. Nou ja, mannen ... veelal vrijgezelle zelfbevlekkers met Ikea tassen wasgoed voor mama. Gezonde jongens met een gezonde trek. Zo abrupt als de kudde zich op het ontbijt stortte, zo schielijk is de kantine weer verlaten, alles tot op de bodem leeggevreten en tot de graat afgekloven. Met hun blote handen. Zelfs voor de yoghurt werd geen bestek gebruikt. Het gezamenlijk genoten ontbijt met het garageschoelje doet mij ineens beseffen dat ik mijn militaire dienst destijds om heel andere redenen dan pacifistische had geweigerd. Het hormonale rumoer zindert nog wat na, maar de rust is weergekeerd in de Serengeti, met in de schaduw van een baobab een gestrande Land Rover op batterijen. Uit de geopende motorklep steekt een rookpluim loodrecht omhoog. Zal ik voor de gein, in de verte, achter de grazende zebra's, een ANWB busje schilderen? Of beter nog: de savanne laten kaalvreten door een sprinkhanenplaag? Dan ben ik vandaag nog vóór de avondspits klaar. Juli 2025 |