Het Stedelijk Museum Alkmaar herbergt de Egmondse School. Een hoop hoofdletters voor niet heel veel. Ja, heel veel vrouwen van een zekere leeftijd, met een zekere interesse, met zekere rugzakjes als geriatrische survival kits. Veel vrouwen maal zeventien euro p.p. minus museumjaarkaart, 65-pluspas en coupons geknipt uit het Noordhollands Dagblad. Al dan niet de bestendiging van de soort gediend hebbende, lijkt de enig overgebleven reden van hun bestaan zich suikerziek te laven aan wat voor culturele zoetstof dan ook, als kwieke doch tere eendagsvlinders, hipper gekapt en gekleed dan hun conventionele dochters. Gescheiden, weduwe of lesbisch geworden, met vriendin, zuster of de hele leesclub non-stop de hort op tot de gemiddelde levensverwachting hen definitief de wacht aanzegt. Hun echtgenoten zijn overleden, terminaal, moeilijk ter been of zitten chagrijnig thuis met als enig heuglijk vooruitzicht de lagere gemiddelde levensverwachting. De enkele man die zich in het museum vertoont is er in zijn eentje, uit professionele interesse, dan wel meegesleurd door de vitalere vergroeiing van het hermafrodiete gezwel dat huwelijk heet. De geportretteerde Egmonders, in de kerkbank en op de bollenvelden met manden vol gekopte tulpen, bezien vol verbijsterend ongeloof de aan hen voorbij trekkende wezens. Egmonders voor wie arbeid hun hobby was en het woord Gods hun levensnectar; zij zullen niet zo jeugdig sterven als de hyperactieve, sportieve cultuurjunks op leeftijd. Ook ik vergaap mij aan dit kamillethee nippende, petitfour delende, mondige menstype in het museumrestaurant. De schrik slaat mij kil om het hart als er een, bijtend op haar onderlip, met niet mis te verstane intenties naar mij glimlacht. Sept 2025
|